Gerard Monté, 10 maart 2000
Hoek Lepelstraat / Korenbrugstraatafmetingen: 130 x 120 x 140 cmmateriaal: hardsteen op bakstenen sokkel datering: 1958 vervaardigd door: Leo Geurtjens Een zittende (caricaturale) vrouwelijke figuur op een bankje en naast haar een mand met een haan. De vereenvoudigde figuur is uit grote vlakken samengesteld en de blokvorm is sterk benadrukt. Hier wordt het populaire meisje uit het leidje 'Dat gaat naar Den Bosch toe' uitgebeeld, zoals de gelijkluidende tekst achter het beeld ook vermeldt. Een Meierijse boerin met een korf met daarop een haan, symbolen voor de waren waarmee de boerinnen naar de Bossche markt gingen. Op initiatief van de V.V.V. trad sinds 1953 Zoete Lieve Gerritje aan bij Bossche aangelegenheden en eveneens bij de V.V.V. kwam men in 1958 op het idee een standbeeld op te richten van deze legendarische figuur ter verlevendiging van de Bossche binnenstad. Met een aktie onder de burgerij werd het beeld gefinancierd. Het beeld bevindt zich vrijwel tegenover de St. Jansstraat waar vroeger de St. Janspoort uit kwam waardoor de boeren kwamen met hun waren. | 68 |
Verzoek van het V.V.V. om medewerking tot plaatsing van standbeeld Zoete Lieve Gerritje (1955-1956) |
Op de hoek van de Lepelstraat en de Korenbrugstraat blikt vanaf een plateau bij de Binnendieze een Meierijse boerin omhoog naar Bosschenaar en vreemdeling. Op haar korf prijkt een trotse haan. Korf en haan zijn symbolen voor de waren waarmee boerinnen uit de Meierij naar de Bossche markt plachten te komen om deze daar te verkopen. Achter haar zijn de eerste versregels te lezen van het liedje dat zij symboliseert: 'Dat gaat naar Den Bosch toe ...' Over de oorsprong van dit liedje is veel te doen geweest. Prof. Asselbergs (beter bekend als de schrijver Anton van Duinkerken) zag in Gerritje geen vrouwspersoon, daar de naam vroeger in Brabant niet als meisjesnaam voorkwam. Van Duinkerken meende, dat Gerritje een uitgesproken boef was, die naar 's-Hertogenbosch gebracht werd om daar gevonnist en geëxecuteerd te worden. Zware misdrijven, gepleegd in de vier kwartieren van de Meierij, moesten namelijk in Den Bosch geoordeeld worden, waarna ook in deze stad het vonnis ten uitvoer moest worden gebracht. „D'n eerste boer den beste” zou dan staan voor de belastingbetaler, die voor de kosten op moest draaien. De brandewijn met suiker zou deel uitmaken van het galgemaal.
Maar algemeen wordt aangenomen, dat de melodie uit Frankrijk stamt, waar Pierre Caveau rond 1800 het liedje 'Le petit Matelot' componeerde. Verder wordt er in West -Vlaanderen een kantwerksterlied gezongen, dat merkwaardig veel op ons liedje lijkt. Tenslotte wordt het liedje ook nog eens als een verhuisliedje aangemerkt door dr. Jos Schrijnen in 'Nederlandse Volkskunde'.
In 1953 hakte Jan Bruens als directeur van het VVV de knoop door, mede ter bevordering van het vreemdelingenverkeer. Als een pront meisje aan de Meierij kwam Zoete Lieve Gerritje op 14 november in levende lijve naar 's-Hertogenbosch om er de laatste steen te leggen van de opnieuw bestrate Markt. Op de steen stond te lezen: „Van vele honderden, lei Gerritje mij als leste, tot voetveeg onder den eerste boer de besten”, alsmede de datum. Deze steen werd bij de laatste bestrating vervangen door een steen met de tekst van de vorige steen, aangevuld met: „Heremetijd, na al die tijd, door Gerritje weer verleid. 11-11-1978”.
Sinds die tijd (1953) trad Zoete Lieve Gerritje bij belangrijke Bossche aangelegenheden aan, na enkele jaren vergezeld door 'den eersten boer den beste'. Spoedig ook werd bij het VVV de gedachte geboren een standbeeld voor het Zoete Lief op te richten ter verlevendiging van de Bossche binnenstad. Er werden twee kunstenaars aangezocht om ontwerpen in te dienen. Uiteindelijk werd een ontwerp van Leo Geurtjens uitgekozen. Ter bekostiging werd de burgerij opgeroepen om chaperon, brandewijnschenker of vrijer van Zoete Lieve Gerritje te worden. Op 26 juli 1958 was het zover. In het bijzijn van vele schenkers en genodigden onthulde Zoete Lieve Gerritje haar beeltenis bij de Binnendieze. Een goed gekozen plek, immers praktisch recht tegenover de St.-Jansstraat, een straat die vroeger uitkwam bij de St.-Janspoort. En door de stadspoorten kwam vroeger de boerenbevolking de stad binnenrijden om er haar waren te slijten ...
|
1961 |
Jean CouvreurDat gaat naar Den Bosch toe, zoete lieve Gerritje ()Beatrijs 1 (1961) 4-7 |
|
1976 |
RedactieA memory of 'Dear Sweet Gerritje'Holland Herald 2 (1976) 32 |
|
1983 |
Henny MolhuysenOe gotte kčk daor : Zoete lieve GerritjeBrabants Dagblad donderdag 1 september 1983 (foto) |
|
1994 |
Jack SnackersZoete Lieve GerritjeEen nar in beeldenrijk Den Bosch (1994) 16-17 |
|
1996 |
Lise SchregardusHaaksberger denkt ware identiteit van Gerritje te hebben gevonden. 'Zoete, Lieve Gerritje was criminele travestiet'Brabants Dagblad zaterdag 9 november 1996 (foto) |
|
1997 |
J. van HaarenZoete Lieve GerritjeKringNieuws 2 (1997) 13 |
|
2007 |
Jan BruensWandelen door 's-HertogenboschKringNieuws 2 (2007) 3 |
|
2018 |
Geert DonkersBeeld van Zoete Lieve Gerritje
Bossche Kringen 6 (2018) 48
|
Aart Vos, 's-Hertogenbosch : De geschiedenis van een Brabantse stad 1629-1990 (1997) 416